ASP.NET voor virtuele mappen instellen

ASP.NET-instellingen configureren voor een virtuele map in een website:

  1. Ga naar Websites & domeinen en zoek de domeinnaam van de website.
  2. Klik op Virtuele mappen.
  3. Blader naar de juiste map en klik op de link met de naam.
  4. Klik op ASP.NET-instellingen.
  5. Stel de strings in waarmee de verbinding met de databases wordt bepaald voor ASP.NET-toepassingen die databases gebruiken. Deze optie is alleen beschikbaar voor ASP.NET 2.0.x.

    Als u de pagina met instellingen voor ASP.NET voor de eerste keer opent worden er verbindingsparameters met algemene constructies getoond als voorbeeld. U kunt deze verwijderen en uw eigen strings opgeven.

  6. Aangepaste foutmeldingen instellen die zullen worden verstuurd door ASP.NET-toepassingen:
  7. Compilatie-instellingen configureren in het veld Complicatie en foutopsporing:
  8. Geef de karakterset voor ASP.NET-toepassingen op in de sectie Globaliseringsinstellingen:
  9. Stel een vertrouwensniveau in voor beveiliging op basis van codetoegangrechten voor ASP.NET-toepassingen in het veld Beveiliging op basis van codetoegangsrechten.

    Het CAS-vertrouwensniveau is een beveiligde zone voor de uitvoering van toepassingen, waarbij wordt bepaald tot welke middelen van de server de toepassingen toegang hebben.

    Belangrijk: Als een assembly een vertrouwensniveau toegewezen krijgt dat te laag is, dan zal deze niet correct functioneren. Voor meer informatie over de rechtenniveaus, zie http://msdn.microsoft.com/library/en-us/dnnetsec/html/THCMCh09.asp?frame=true#c09618429_010.

  10. Als u ASP.NET 1.1.x gebruikt dan kunt u het gebruik van aanvullende scripts inschakelen via het veld Instellingen programmabibliotheek. Het opgeven van de instellingen voor de programmabibliotheek is noodzakelijk als u op uw website validering toepast.
  11. Geef de parameters van de gebruikerssessies op in het veld Sessie-instellingen:
  12. Klik op OK om alle wijzigingen toe te passen.